Onderstaand de Algemene Beschouwingen van ROSA op de begroting 2021-2024, uitgesproken door fractievoorzitter Ruud Pauw.
Voorzitter,
Het is met tevredenheid dat wij kijken naar voorliggende begroting waarbij wij het college en organisatie danken voor de inspanningen om in een lastig tijdsgewricht te komen tot een sluitende meerjarenbegroting. Weliswaar vertoont het jaar 2021 een negatief resultaat maar wij snappen de achterliggende bedoeling van een dergelijke keuze. Neemt niet weg dat de financiële positie van Zaanstad zorgelijk is.
Zorgelijk door de hoge schuldpositie maar voor ons is dit zeker niet alarmerend gezien de lage rentestand. Zorgelijk ook door de enorme achterstand in het onderhoud Openbare Ruimte, maar ook daar zien wij lichtpuntjes zoals bijvoorbeeld de intensivering van het aanplanten van bomen. De komende jaren zal deze lijn dienen te worden doorgetrokken opdat een mooie groene stad ontstaat waar de openbare ruimte op orde is.
Wij zien in dit verband ook geleidelijk aan een lang gekoesterde wens om meer natuur de stad in te trekken in vervulling komen. Dat vraagt om een cultuuromslag, en niet alleen van ons en de organisatie; het is van het grootste belang dit constant te blijven uitleggen aan de burgers.
Het is begrijpelijk dat de ratio naar beneden is bijgesteld in deze lastige tijd, maar daar zijn de reserves ook voor bedoeld, namelijk het opvangen van financiële tegenvallers en daar is nu meer dan ooit sprake van. Wij achten de financiële buffer echter voldoende om eventuele toekomstige risico’s te kunnen opvangen. Overigens zouden wij graag zien dat er nog eens goed gekeken wordt naar deze risico’s. Een aantal zou door het leggen van intensieve dwarsverbanden in de organisatie voorkomen kunnen worden. Het leggen van zulke dwarsverbanden, waar ROSA bij de behandeling van de Voorjaarsnota ook al aandacht voor vroeg, zou een vanzelfsprekendheid in de organisatie moeten zijn en dat is het nog niet, dus daar moet aan gewerkt worden. Want veel hangt met elkaar samen.
Je bent er niet met huizen bouwen, je moet gemeenschappen bouwen. Gemeenschappen ontstaan daar waar een goede mix is van wonen en werken, waar de openbare ruimte uitnodigt om met je buren te verblijven en je gezamenlijk de verantwoordelijkheid voelt om hier zuinig op te zijn. Waar een school en buurthuis spilfuncties vervullen in contacten. Waar buurtkracht leidt tot krachtige wijken. Dat zou uitgangspunt moeten zijn bij het bouwen van nieuwe buurten. Denk na voordat je een nieuwe buurt uit de grond stampt welke gevolgen dit heeft voor de sociale gemeenschappen die in onze stad van oudsher sterk aanwezig zijn. Cultuur speelt daarbij ook een heel belangrijke rol. Zij heeft een verbindende waarde.
Je bent er niet met alleen huizen bouwen, je moet de stad eerst leren lezen. Houdt rekening met de historisch-geografische patronen die nog zo alom aanwezig zijn en daar waar het kan, versterk ze. Pas nieuwbouw in met oog voor de omringende gebouwde omgeving en gebruik notities als Dijken, linten en paden, die overigens nog verder dient te worden uitgewerkt, want dat verdient onze stad. Voorkom het uitwissen van buurten waarvan de huizen niet meer voldoen aan de hedendaagse normen maar renoveer ze waarmee voorkomen wordt dat episodes uit onze bouwgeschiedenis verloren gaan.
Gebruik en herstel oude waterlijnen om de gevolgen van klimaatverandering voor te zijn en laat duizend bomen regenwater drinken.
Het schiet helaas nog steeds niet echt op met de CO2-reductie in Zaanstad. Het is belangrijk om de omslag naar hernieuwbare energie te versnellen en om voort te maken met andere verduurzamingsmaatregelen. In dit kader zijn wij heel blij met de 1,7 miljoen euro van het Rijk voor verduurzaming van de woningvoorraad die onlangs is toegezegd aan Zaanstad. Dit geld moet goed terecht komen. Wij zullen dan ook kritisch kijken naar de uitwerking van de bijbehorende subsidieregeling die momenteel in de maak is.
En de boemeltjes, zij reden voort op bestaand spoor dat 150 jaar geleden werd aangelegd en wij bouwen tunneltjes en bedenken allerlei ingewikkelde constructies om het verkeer maar ter willen te zijn. En toch hebben wij, Zaanstad, en Pro Rail een gezamenlijk belang. Meer vervoer van reizigers en meer treinen op de Zaanlijn, maar vooral ook het wegnemen van gelijkvloerse kruisingen, dus die lijn moet in de toekomst ondergronds. Daar zal iedereen blij van worden. Wij vragen het college deze mogelijkheid niet al gemakkelijk weg te zetten als ‘onrealistisch’ maar een stevige lobby bij Rijk en VRA te blijven voeren om dit voor elkaar te krijgen.
Problemen oplossen gaat in golfbewegingen. Daar waar jarenlang het marktdenken gezien werd als het ei van Columbus, wordt daar nu langzamerhand van teruggekomen. Gelukkig maar want in de zorg blijkt dit een mislukt traject. Kostenbeheersing is slechts mogelijk als de lijnen korter worden tussen geldschieter en uitvoerder. We zijn positief over de ingezette koers om betere grip op de jeugdzorg te krijgen, maar het zou ROSA een lief ding waard zijn als we de uitvoering van de zorg weer veel meer zelf zouden doen en niet meer overlaten aan allerlei clubjes die om de zoveel jaar weer een nieuwe aanbestedingsronde moeten doorlopen. Naast dit, helaas ook de constatering dat er nogal wat graaiers tussen de serieuze zorginstanties rondlopen.