De visie van ROSA op het overhevelen van ondermeer Jeugdzorg van het Rijk naar de gemeente


Hieronder leest u de visie van ROSA op de decentralisaties. De verandering van de Jeugdzorg is één van de drie decentralisaties van Rijk naar gemeente. De andere twee zijn de begeleiding en dagbesteding van chronisch zieken en gehandicapten die van het Rijk (onder de AWBZ) naar gemeentes gaan (onder de WMO) en de hervorming van de Wet Werk en Bijstand, waarbij de gemeente verantwoordelijk wordt voor de bijstandsgerechtigden.

Het is heel belangrijk om in te zien dat deze zogenaamde decentralisaties twee dingen betekenen onder een naam. Het betekent dat de gemeente, die dichter bij de burger staat, meer maatwerk zou kunnen leveren in de uitvoering van de benodigde zorg. Dit is volgens ROSA in principe een goede beweging, er zitten alleen nogal wat haken en ogen aan. Deze nieuwe werkwijze gaat gepaard met de kreten ” eigen kracht”  en “participatiesamenleving” . Dit zijn juist zaken waar ROSA zich in herkent, maar in de zorg kan dit ook omslaan in ” zoek het zelf maar uit”  en “meedoen of mond houden”. Onder dit kabinet valt deze ondertoon nogal eens te bespeuren. Dat blijkt ook uit het tweede kenmerk van deze decentralisaties.

De decentralisatie is namelijk ook een ongekend grote bezuiniging. Op de Jeugdzorg wordt 450 miljoen structureel bezuinigd op een totaal budget van 3,9 miljard. Een bezuiniging van 12% over 3 jaar. Op de begeleiding en dagbesteding, die nu via de landelijke AWBZ worden geregeld en straks onder de gemeentelijke WMO vallen, wordt minimaal 1,7 miljard bezuinigd. Er wordt onder andere 75% op huishoudelijke hulp bezuinigd.

Financiële consequenties
Over de financiële consequenties kan ROSA kort zijn: dit is een heel slechte ontwikkeling. Er is een teneur ontstaan in de Nederlandse samenleving dat de zorg te duur wordt. Dat kan, maar dan moet je op de lange termijn proberen de kosten omlaag te brengen en niet van het ene op het andere moment een tiental procenten korten. Zonder argumentatie, zonder aanwijzing van wat goedkoper kan en nota bene op hetzelfde moment dat je de gehele organisatie van deze zorg op alle niveaus totaal omgooit! Zelfs zonder reorganisatie zou deze bezuiniging al onverantwoord groot zijn. Nu moeten gemeentes, die zich nog nooit op deze manier met de zorg beziggehouden hebben, een geheel nieuw vangnet creëren met een drastisch kleiner budget. Geen wonder dat meer dan de helft van de gemeentes zegt dat de transitie naar een decentrale jeugdzorg waarschijnlijk niet gaat lukken in 2015.

In Denemarken is een vergelijkbare operatie uitgevoerd op het gebied van jeugdzorg. Voordat daar echter bezuinigd werd kwamen er eerst tientallen procenten bij, om de transitie naar een decentrale jeugdzorg goed te laten verlopen. Daarna begonnen de kosten min of meer vanzelf te dalen, terwijl de kwaliteit van de jeugdzorg steeg. De wijze waarop dit kabinet opereert is, los van politieke drijfveren, simpelweg slecht management.

Daarnaast vind ROSA dat de politieke vraag gesteld kan worden of er wel bezuinigd moet worden. De zorgkosten zijn de afgelopen decennia flink gestegen, dat is een feit. Maar onze welvaart ook. Van links tot rechts noemen politieke partijen zorg een belangrijke overheidstaak. De publieke opinie lijkt ook niet onverdeeld voor het korten op zorg te zijn. De landelijke zorguitgaven terugdringen is een politieke keuze en geen onvermijdelijk iets. We kunnen ook allemaal accepteren dat we meer voor zorg betalen en in ruil daarvoor nooit bang hoeven te zijn dat wij of onze kinderen er ooit alleen voor komen te staan als ons iets ernstigs overkomt.

Laat er geen misverstand over bestaan, ROSA vindt ook dat de zorgkosten minder snel moeten stijgen en dat hervormingen in het bestel nodig zijn. Maar de publieke discussie over de eerste vraag: ‘wat voor vangnet willen wij?’ is niet gevoerd. De eerste stap is overgeslagen en daarmee zijn alle vervolgstappen niet meer zuiver. Zo zou ROSA in deze niet-gevoerde discussie in brengen dat we voor zorg altijd eerst kijken naar wat nodig is en dan naar de kosten (zoals in Denemarken). Nu is eerst een budget vastgesteld en daar moet u het maar mee doen. Onafhankelijk van wat nodig is in de samenleving.

Nieuwe werkwijze
Over de verandering naar een nieuwe werkwijze kunnen we een stuk positiever zijn. De overheveling van zorgtaken naar gemeentes brengt de zorg dichter bij mensen en biedt meer mogelijkheden tot maatwerk, het terugbrengen van de menselijke maat. Zaanstad zal meer in staat zijn burgers als individu te beschouwen dan Den Haag. En dit zou een kostenbesparing kunnen meebrengen terwijl de kwaliteit van de zorg verbetert. Dit zal een flinke mentaliteitsverandering van het ambtelijk apparaat en de plaatselijke politiek vergen, maar de mogelijkheden zijn er. ROSA draagt vanaf haar oprichting al het standpunt uit dat een sociale samenleving niet door de overheid afgedwongen kan worden en dat je daarin juist burgers de ruimte moet geven. Niet regelen maar ondersteunen. Hierin wijkt ROSA af van de klassieke (en onzinnige) links-rechts tegenstelling die maar twee smaken kent: markt en staat. ROSA heeft het niet zo op beide en kiest liever voor mensen als centraal in de samenleving. Zo ook hier. Maatwerk ontstaat uit een menselijke maat en deze vind haar oorsprong in gemeenschappen. Door goed te luisteren ontstaan de slimme oplossingen, de win-win situaties.

Dit maatwerk op gemeentelijk niveau betekent ook dat er flinke verschillen kunnen ontstaan tussen gemeentes en dat is om meerdere redenen onwenselijk, maar laten we dit even buiten beschouwing laten.

Dit burgers de ruimte geven vindt haar wortels misschien wel in de DIY mentaliteit die ROSA heeft. Van De Groote Weiver tot de Zaanse monumenten, we doen het zelf wel. Burgers (al dan niet georganiseerd in democratische verbanden van onderop) kunnen veel dingen veel beter dan grote bedrijven en overheden. Do it Yourself!

Dit lijkt aan te sluiten op de kreet “eigen kracht”. Maar zoals met alle leuzen en one-liners is eigen kracht open voor interpretatie. Kinderopvang zelf regelen met de buurt in plaats van via de overheid of de markt, ja dat kan. Gedwongen worden een efficiënt concurrerend bedrijf te worden als je samen kinderopvang wil regelen, dat is iets heel anders. Voor ons is het helpen van een bejaard of gehandicapt familielid of een buurtgenoot vanzelfsprekend. Het afschaffen van het recht op zorg zodat deze vrijwillige hulp verplicht wordt is voor ons onbestaanbaar.

En daar ligt de crux. Het aanspreken van het eigen netwerk, dingen zelf regelen, zelf oplossingen zoeken ondanks tegenslagen, dat is vanzelfsprekend. Maar het recht op een menswaardig bestaan in deze rijke samenleving is net zo vanzelfsprekend. En juist dat recht staat nu ter discussie. Alle wetten en regelingen rond de zorg zijn ontstaan omdat niet iedereen ergens op terug kan vallen. Dit geldt voor ouderen wiens partner en familie er niet meer zijn. Voor kinderen die uit een familie komen waarvan zij geen steun kunnen verwachten.

Uit veelvuldig onderzoek is allang gebleken dat juist diegenen die aanspraak maken op zorg degenen zijn die geen goed netwerk hebben. Sterker nog, het zijn vaak mensen die in de verkeerde netwerken verkeren. De spreekwoordelijke ‘foute vrienden’ bijvoorbeeld als we het hebben over een jongere die met drugs in aanraking komt. De man of vrouw die het eigen huis ontvlucht wegens een gewelddadige partner. En de werkeloze die in zijn of haar omgeving vooral meer werkelozen kent. Een eerste eigen kracht experiment zou kunnen zijn deze mensen een abonnement op de golf-club te geven, maar dat levert geen directe besparing op.

De verzorgingsstaat met al haar bureaucratische wetten en regels is ontstaan als reactie op het laisser-faire kapitalisme dat wij kennen van Charles Dickens, Oliver Twist en pater Daamen. Het functioneren van die verzorgingsstaat mag zeker ter discussie gesteld worden, tijden veranderen en dingen kunnen beter, maar vergeet nooit waarom ze is ontstaan. Dit kabinet lijkt wel eens terug te willen naar “die goede ouwe tijd” en dit college gaat daar iets te kritiekloos in mee. Als onze PvdA-wethouder het heeft over “loslaten” zou iemand eens moeten vragen of zij dit wel eens naar het Frans heeft vertaald. Dan krijg je namelijk “laisser-faire.”

Tot slot
Wij hopen hiermee duidelijk aangegeven te hebben hoe wij over de decentralisaties denken en dat u hiermee een beeld heeft van wat wij de komende jaren willen bereiken in Zaanstad en wat wij ook pertinent niet willen. Naar ons idee is nog lang niet echt doorgedrongen hoe ingrijpend deze veranderingen zullen zijn. Wij zijn hier wel van doordrongen en zullen hier de komende raadsperiode hard aan werken.