De houdgreep van het grote geld op Zaanstad


Een samenvatting van onderstaande bijdrage sprak ons steunfractielid Hans Kuyper gisteravond uit, tijdens het debat over de wijziging van het bestemmingsplan t.b.v. de nieuw te bouwen Rozengrachttoren.

Voorzitter,

Het is soms om moedeloos van te worden.
Wij kunnen, als gemeente, de mooiste plannen maken, een langetermijnvisie ontwikkelen, uitgangspunten opstellen, bestemmingsplannen (of straks omgevingsplannen) schrijven – en dan komt het geld en wordt het toch allemaal weer anders.

Wat zou het mooi zijn geweest als we de Rozenhof inclusief die lelijke V&D-klont hadden kunnen slopen. Die kans was er, vorig jaar stond zo’n beetje dat hele ensemble leeg. Maar de ontwikkelaar wilde niet, en dan houdt het op.

Wat zou het ook mooi zijn geweest als de Rozengrachttoren honderd procent sociale huur zou zijn geworden. Wat een statement, wat een verrijking, wat een feest voor al die mensen op de wachtlijsten. En wat een zegen voor de parkeerdruk.
Maar ja, het geld. Het kan niet uit.

Waar zijn ze gebleven, de arbeiders-woningbouwverenigingen die ruim een eeuw geleden de prachtigste, betaalbare woningen neerzetten? Sociale woningbouw die nog overal in onze stad staat te pronken, er worden zelfs wandelexcursies naartoe georganiseerd. Dat was een tijd waarin de Rode Zaan er nog naar streefde de mooiste arbeidersstad van de wereld te worden.
Die verenigingen gingen in de jaren negentig mee in de vaart der volkeren, verloren hun wortels en zijn vervolgens voor straf en uiterst effectief lamgelegd door de verhuurdersheffing. Eigen haard, dikke bult. De neo-liberale vastgoedwereld is een belangrijke concurrent kwijtgeraakt. De projectontwikkelaars hebben de vrije hand.
En wat doen die, logischerwijs? Ze bouwen dure huizen. Geef ze eens ongelijk. En wij als gemeente accepteren die dure huizen in de hoop dat de sociale huurwoningen dan vanzelf beschikbaar komen. Een soort omgekeerde trickle-down-theorie. Het zal bij een vrome hoop blijven, zolang we één woningmarkt vormen met Amsterdam dat doelbewust en fanatiek op de nóg rijkere expats jaagt.

We bouwen dure voorzieningen om rijke mensen te trekken die we nodig hebben om al die dure voorzieningen in stand te kunnen houden. Het geld heeft ons in de houdgreep. Het geld bepaalt het aanzien van de stad. Projectontwikkelaars bepalen het bestemmingsplan, grootgrondbezitters beslissen zelfs waar we naar de film of een popconcert moeten.
Het is om moedeloos van te worden.

De macht van het geld is eindeloos. Zelfs in het sociale beleid sijpelt ze door. Want de Rotterdamwet, die we in Poelenburg en Peldersveld zouden moeten invoeren volgens een meerderheid van de raad, zegt onomwonden: Wie geen geld heeft, kan niets positiefs bijdragen aan een wijk.
Zo ver zijn we gekomen in de Rode Zaan.

Soms denk ik weleens dat we alle grond en vastgoed in Nederland in één nacht zouden moeten nationaliseren. Terugpakken wat van ons is. De democratie laten beslissen, en niet het geld. Maar ik vrees dat zoiets niet zal gebeuren. Nóg niet. Te veel partijen in dit land drijven op het vastgoedgeld. Nóg wel.
Je moet ook praktisch zijn.

En dan ligt hier dat voorstel tot wijziging van het bestemmingsplan Rozengracht. De toren is fraai, er ontstaat een mooie balans tussen de west- en oostkant van het plein. De lelijke rommelhoek van het voormalige V&D raken we kwijt, er komt elegant baksteen voor terug. En ja, we maken de stad stadser zodat we de dorpen en de buitengebieden sparen.
Dat allemaal ook. En daar zit je dan als socialistische fractie met erfgoedhart en je moet beslissen of je akkoord bent met de wijziging van het bestemmingsplan. Met al je dromen en idealen en je streven om van Zaanstad de mooiste arbeidersstad ter wereld te maken.
Het is om moedeloos van te worden.

Maar dat worden we niet.
Want al die woningbouwverenigingen uit het begin van de vorige eeuw waren een reactie op het ongebreidelde kapitalisme dat halverwege de negentiende eeuw zijn tanden liet zien. Ze waren een vervolg op de filantropische acties van rijke eenlingen, die modeldorpen rond hun fabrieken bouwden. En nu het neo-liberalisme op zijn laatste benen loopt, zien we die beweging weer ontstaan. Langzaam maar zeker. Het komt goed.
Dus bouw maar. Wij zullen vóór stemmen.
Het is tenslotte een kleine moeite om die ruime appartementen op te splitsen als er betere tijden aanbreken.

Namens ROSA
Hans Kuyper
11 januari 2018