Naar aanleiding van de raadsvergadering van afgelopen donderdag is er weer discussie over de situatie op de Zaanse Schans en de opstelling van ROSA in deze kwestie.
En, hoewel het prettig is dat onze partij blijkbaar dusdanig veel invloed heeft dat de oppositie zich geroepen voelt bij voortduring in de aanval te gaan, wordt er helaas ook nogal wat onzin verkondigd.
Zo is het bijvoorbeeld niet waar dat de raad afgelopen donderdag besloten heeft de zogenaamde Vermakelijkhedenretributie (VMR) in te voeren. Dat besluit is al bij de begrotingsbehandeling in november 2019 genomen. Maar aangezien niemand (ook ROSA niet) deze belasting een rechtvaardige oplossing vond, werd de invoering per direct uitgesteld. Zo zouden de partijen op de Schans meer tijd hebben om samen tot een betere oplossing te komen, was het idee.
En dat uitstel werd een kleine traditie. Het ging van 1 januari 2020 naar 1 april, vervolgens naar 1 oktober, en nu dus naar 1 februari 2021.
Tijdens de raadsvergadering van afgelopen donderdag lagen er twee amendementen: het ene vroeg opnieuw uitstel, nu tot 1 oktober 2021, het andere wilde zelfs helemaal afzien van de VMR. Zonder alternatief. De ene partij wilde dat er vooral rekening gehouden zou worden met de ondernemers, die de afgelopen jaren tonnen hebben uitgegeven om zoveel mogelijk flitstoeristen per bus aan te voeren en vervolgens gaten in de monumenten gingen zagen om stroopwafels te kunnen verkopen. Weer een andere partij nam het vooral op voor de molenaars. Mag allemaal natuurlijk.
Maar wat is er feitelijk aan de hand? De Zaanse Schans kost de gemeenschap geld. Nu al, vanwege handhaving en de zwaar belaste openbare ruimte, en in de toekomst nog veel meer als het parkeren en de verkeerssituatie op de Kalverringdijk moeten worden aangepakt. Waar het de instandhouding van het erfgoed betreft, zijn die collectieve uitgaven te billijken. De Schans is immers ons aller bezit en veel inwoners komen er graag. Maar als de kwaliteit onder druk staat door een almaar stijgende stroom bezoekers, is het niet meer te verdedigen dat alleen de inwoners van Zaanstad voor de extra kosten moeten opdraaien.
Er zijn geen juridische mogelijkheden om iedereen op de Zaanse Schans te laten meebetalen. Dat kan alleen als we een hek om de openbare ruimte plaatsen en dat wil niemand (op een partij na). Alleen een VMR houdt stand bij de rechter – tenzij de verschillende partijen op de Schans zelf met een beter idee zouden kunnen komen.
De raad besloot dat de ’dreiging’ met een VMR ertoe zou kunnen bijdragen dat de twee grootste kemphanen tot dan toe, het Zaans Museum en De Zaansche Molen, elkaar konden vinden in een gezamenlijk plan.
En dat is ook gebeurd. De verwachting is dat er in juni een nieuwe Zaanse Schans Card kan worden ingevoerd. In dat systeem (waarvan de precieze uitwerking op een later moment gepresenteerd zal worden) betalen bijna alle bezoekers mee aan de instandhouding van de Zaanse Schans, terwijl het terrein wel vrij toegankelijk blijft.
In een brief aan de raad schrijft de directie van de Zaanse Schans dat de dreiging van een VMR heeft bijgedragen aan die doorbraak.
En dus was het afgelopen donderdag zaak voor de raad om standvastig te blijven. De invoering van de VMR per 1 februari is bedoeld als een extra stimulans voor het proces dat eindelijk tot resultaat gaat leiden. En de gevolgen voor de partijen op de Schans zijn juist nu minimaal: de eerste maanden komen er immers helemaal geen toeristen. Ook als er weer wat meer mogelijk is, zal het bezoek te verwaarlozen zijn. De ‘immense administratieve last’ waar een partij in de raad het over had, zal bestaan uit bezoekers turven op een half A4’tje. Tegen de tijd dat het misschien echt weer drukker wordt, is de nieuwe Card in bedrijf. Dat is het doel.
Het is niet aan de raad om weer twijfel te zaaien, uitstel te vragen, partijen op de Schans te dwingen tot zinloze gesprekken. Was het immers niet ook de raad die aanvankelijk voor veel vertraging in het proces heeft gezorgd, door de goed onderbouwde Ontwikkelstrategie van nu twee jaar geleden af te wijzen en vervolgens voortdurend te blijven aandringen op het bij de plannen betrekken van de ondernemers? Die zelfde ondernemers die al zo vaak hebben laten blijken nergens voor open te staan en de monumenten slechts te beschouwen als het décor voor hun verdienmodel? Let wel, dit gaat niet over álle ondernemers op de Schans, maar over een luidruchtig handjevol.
We hebben het al eerder gezegd: de Schans kan heel goed zonder de ondernemers, de ondernemers niet zonder de Schans. Heel mooi dat in de laatste anderhalf jaar de Schans, de échte Schans zoals die in de jaren veertig van de vorige eeuw is bedacht, zich heeft kunnen verenigen en molens, musea en houten huizen nu samen optrekken.
ROSA is een partij met een groot hart voor monumenten. Dat betekent dat we vaak en graag samenwerken met organisaties die zorgdragen voor ons erfgoed. Maar we zijn ook een partij die het belang van alle inwoners van Zaanstad wil behartigen. Op de Schans conflicteren die twee verantwoordelijkheden momenteel en in zo’n geval moet je als politieke partij een weloverwogen keuze maken. De erfgoedverenigingen zijn daar nu misschien even niet blij mee, maar ze begrijpen die opstelling wel. Misschien omdat er nogal wat oud-politici in de respectievelijke besturen zitten.
In de kwestie Zaanse Schans hebben we geprobeerd de redelijke middenweg te bewandelen. Hoofddoel is dat de monumenten in stand blijven en dat de kosten daarvan worden betaald door degenen die de schade veroorzaken. Dat we daarover nu bekritiseerd worden door politieke partijen die op andere momenten weer roepen dat wij ‘met subsidies strooien’ is op zijn minst opmerkelijk.