ROSA blijft zich voor én achter de schermen inzetten voor het behoud van de Beatrixtoren.
Slordig, voorzitter.
Dat is het eerste woord dat ons te binnen schiet als we kijken naar wat er vanavond voorligt. Het Ruimtelijk Programma van Eisen wemelt van de taal- en stijlfouten, sommige stukken tekst staan er dubbel in – het lijkt in elkaar geflanst. En dat bij zo’n grote en belangrijke ontwikkeling.
Slordig is ook de omgang met de huidige bewoners. Daar hebben we al eerder uitgebreid over gesproken en ik zal het niet herhalen allemaal, maar na die avond hadden we iets van beterschap verwacht, een toenaderingspoging, een opening. Die lijkt er niet te zijn gekomen, we modderen gewoon door.
ROSA is voorstander van de herontwikkeling van de Peperstraat, dat zijn we altijd geweest, maar het wordt ons niet makkelijk gemaakt die keus te verdedigen op deze manier. We schamen ons.
Slordig vooral hoe het college hier met erfgoed omspringt. Bijna net zo slordig als hun verre voorgangers in de jaren vijftig van de vorige eeuw. Toen werd de houten Peperhoek gesloopt voor het snelverkeer, volgens het adagium van de sociaal-democraten in die jaren, iets later verwoord door Joop den Uijl: ‘Iedere arbeider zijn eigen autootje!’
Wat ze dan weer wel deden, was kwaliteit terugzetten. De Beatrixtoren van Ulrich en Kamphuis, de eerste woonflat van de streek, had onmiskenbare grandeur. De winkelruimte in de plint was gewild onder de Zaanse ondernemers, die ‘van het schellinkje naar het balkon’ zouden promoveren. Er werd zelfs wel geopperd dat het ontwerp eigenlijk te hoog gegrepen was voor Zaandam.
En nu dan? Nu gaat het college voor sloop, ondanks eigen rapporten, ondanks de smeekbede van Zaans Erfgoed, een vereniging met louter experts, in dit geval ook nog gesteund door de Bond Heemschut en het Cuypersgenootschap, beide zeer respectabele, nationale spelers in erfgoedland. Eigenlijk zou je het hele stedebouwkundige ensemble willen beschermen, maar dat maakt herontwikkeling onmogelijk. Dat we ons nu beperken tot de Beatrixtoren is dus feitelijk al een compromis.
Op pagina 7 van het Programma van Eisen lezen we: ‘Een van de doelen is om de auto niet langer de inrichting van de openbare ruimte te laten domineren.’ Dat klinkt mooi, maar het tegenovergestelde is hier het geval. De Beatrixtoren moet immers wijken voor dure appartementen om de bouw van een parkeergarage mee te betalen. Dus de auto sloopt, opnieuw, erfgoed.
Slordig.
En kan dat anders? ROSA denkt van wel. Er zijn alternatieve plekken in het gebied waar in de hoogte gebouwd kan worden. Bijvoorbeeld aan de oostzijde van de Peperstraat, of op de Burcht (zoals in het Programma van Eisen ook wordt voorgesteld). Maar de meest kansrijke locatie is misschien wel de plek van de verloederde paviljoens direct naast de sluis, in de zogenaamde ‘oksel’. Deze grond is gemeente-eigendom, maar om onduidelijke redenen niet opgenomen in het plangebied Peperstraat.
Er zijn zoveel alternatieven te bedenken voor de sloop van de Beatrixtoren, maar het college is, naast slordig, vooral ook star. Grote bouwprojecten worden voortdurend aangepast en herzien, bij voortschrijdend inzicht of veranderende omstandigheden. De Peperstraat niet, daar zijn de eerste schetsen heilig en wie daar vragen over stelt, krijgt voortdurende dezelfde antwoorden. Met die starheid neem je bewoners, raad én erfgoed niet serieus – en dat is dan weer slordig.
Zeer slordig, voorzitter.