Zaanstad is van plan om drie paden op en rond het nieuwe sportpark De Omzoom in Assendelft te vernoemen naar Zaanse sporters. Dat is natuurlijk mooi en passend. Jammer alleen dat twee van de vernoemden actief waren in een tak van sport die je op De Omzoom niet makkelijk (kanovaren) of niet vrijwillig (zwemmen) kunt beoefenen. Bovendien hebben deze beide sporters nooit een Olympische medaille behaald. De derde genomineerde, hardloper Jaap Boot, kwam in 1924 thuis met een bronzen plak als lid van het 4×100 meter estafetteteam.
Met alle respect voor deze mensen en hun ongetwijfeld bewonderenswaardige inzet – het zijn relatief magere resultaten die eigenlijk geen straatnaam waard zijn, ook al gaat het hier slechts om paden. Het heeft ROSA in het verleden heel veel moeite gekost om mensen als verzetsman Jan Brasser en socialist en vakbondspionier Klaas Ris vernoemd te krijgen, mannen die voor de maatschappij toch wel wat meer hebben betekend dan achtste worden in een kajakrace over tien kilometer.
Dat Zaanstad geen grotere sporters kan vernoemen komt louter door het feit dat sport een relatief jong fenomeen is. De meest succesvolle Zaanse atleten leven nog, of zijn nog geen tien jaar dood. En dan kan er nu eenmaal geen straat, of zelfs maar een pad, naar hen vernoemd worden. Een paar jaar wachten met een sportwijkje lijkt dan ook voor de hand te liggen.
De straatnamencommissie heeft zich dit ook gerealiseerd en heeft een alternatief aangedragen dat vreemd genoeg niet door de pers is opgepikt. De drie nieuwe paden in en rond De Omzoom zouden ook kunnen gaan verwijzen naar het motto van de Olympische Spelen: Citius, Altius, Fortius. Dat zijn originele namen en wat ROSA betreft zullen ze de Assendelver sporters meer inspireren dan de herinnering aan een zwemmer die zich al in de series van de honderd meter vrij liet uitschakelen.