Donderdagavond vlogen de meningen en argumenten vóór en tegen de bouw van een cultuurcluster naast station Zaandam weer door de raadszaal. In een bij vlagen heftig debat bleek opnieuw hoe diep verdeeld de stad is op dit punt. Waar de één het cultuurcluster als een zegen en een kans ziet, kon de ander alleen maar constateren dat dit grote bouwproject de cultuur in de rest van de stad zal verlammen.
Maar de discussie gaat helemaal niet over cultuur. En ook de vermeende deal met de NS heeft er weinig mee te maken, want die blijkt nu boterzacht te zijn. Wat op zich ook niet vreemd is, als je je realiseert hoe bitter weinig de NS zelf zich van afspraken aantrekt. Zelfs de belofte op geregelde tijden een trein te laten rijden wordt op de Zaanlijn regelmatig geschonden.
Aan de bouw van het cultuurcluster ligt een diepe wens van dit college ten grondslag: nieuwe inwoners. Zoals alle gemeentes in Nederland trekt Zaanstad alle registers open (en vooral ook de portemonnee) om de zogenaamd ‘hoger opgeleiden’ naar de stad te krijgen. Nu wonen in Amsterdam onbetaalbaar wordt, staat het college in de open deur en wenkt. Want ‘hoger opgeleid’ is rijk, is niet zo lastig en duur als wat er nu allemaal in de stad woont.
Het is wrang, maar in de ogen van het college moet de bevolking zich aanpassen aan het neo-liberale beleid. En als een groot deel van de inwoners dat niet wil, dan vervangen we hen. Dat levert bakken met geld op. Want de nieuwe Zaankanter kan best zelf muziekles voor zijn gekoesterde kinderen betalen. Daar hoef je geen muziekschool voor in stand te houden. Daarom zijn alle docenten van Fluxus alvast gedwongen zzp’er te worden, met instemming van de PvdA. Dan merk je het niet eens als ze straks verdwenen zijn. En daarom wordt er geen cent geïnvesteerd in culturele infrastructuur buiten Zaandam. De nieuwe Zaankanter gaat niet naar een amateurtoneelvoorstelling kijken en kent niemand die in de fanfare speelt. Wat zou je daar nog moeite voor doen?
En ze komen hoor, de beoogde nieuwe Zaankanters. Alleen nog niet snel genoeg. De harde schil van de arbeidersstad schrikt hen nog wat af. Vandaar die glasgevel bij het station. Vandaar straks een nieuw museum in Zaandam, een museum dat niet over de Zaanstreek zal gaan, maar vol wordt gehangen met kelderkunst uit de Amsterdamse musea. Letterlijke windowdressing. Grote, lege dozen met koffietentjes eromheen. En het liefst niet in het hart van de Zaanse dorpen, maar zo dicht mogelijk bij de trein naar Amsterdam. Zo ver mogelijk verwijderd van álle scholen – tot vreugde van D66. Eeuw na eeuw en altijd maar weer opnieuw gaat de Zaanstreek op haar knieën voor de grote zuiderbuur. We hebben voor hen gezweet in de molens, we hebben haar stinkende fabrieken gehuisvest, we vangen het teveel aan toeristen op zonder er een cent aan over te houden en nu gaan we ook hun door het neo-liberalisme op drift geraakte economische vluchtelingen opvangen.
Wat blijft er over van de arbeidersstad in het veen waar ROSA zo van houdt? Wat blijft er over van de verheffing waar de PvdA decennialang aan heeft gewerkt? Het wordt wegbezuinigd, gemarginaliseerd, het erfgoed wordt leeg getrokken en blijft verweesd achter. Dat geeft niet, de nieuwe Zaankanter zal het niet zien. Die komt nooit in de stad, hij woont in zijn appartement en wandelt naar de trein om in Amsterdam zijn brood te gaan verdienen. En daar vervolgens ’s avonds ook uit te gaan, want wat moet hij in een Cultuurcluster waar zelfs Joop van den Ende geen toekomst in zag? Op een terras dat altijd in de schaduw ligt? In een kunstencentrum met atelierramen op het zuiden? In een popzaal die te duur is voor plaatselijke bandjes en te klein voor publiekstrekkers? In zaal drie van het filmhuis, een soort bezemkast met minder stoelen dan een pornobioscoop?
Alles net niet, alles buitenkant. Het Gat van Zaandam. De VVD was er, in al haar onnozelheid, het helderst over. De enige bijdrage van deze coalitiepartij in het debat was een vraag naar de ‘rooftopbar’ op het dak van het te bouwen Cultuurcluster. Daar waren opeens allemaal vervelende zonnepanelen getekend, had de VVD gezien. En dat kon toch niet de bedoeling zijn. Geen woord, geen woord over cultuur.
ROSA houdt van de stad en haar inwoners. ROSA wil dat ook kinderen uit minder rijke gezinnen in contact kunnen komen met kunst en cultuur, op veilige fietsafstand van hun huis. ROSA wil dat de inwoners van Zaanstad zelf profiteren van de voorzieningen die met hun geld worden gebouwd. We willen geen muur rond de stad bouwen en iedereen is welkom, zelfs mensen met geld. Maar de Zaanstreek moet haar chaotische karakter van dorpen en buurtjes behouden, moet dat sociale eilandenrijk blijven waar de lucht vervuld is van trots gemopper. Zaankanter kun je worden, zoals mensen overal vandaan eeuwenlang hebben bewezen. Maar dan moet je die Zaankanter vervolgens niet de stad uit jagen natuurlijk.
Dat is de diepere betekenis van de strijd om het Cultuurcluster. Het gaat om het karakter van de stad, die zich steeds kon aanpassen aan omstandigheden, maar nooit ten diepste is aangetast. Want ja, we werken voor Amsterdam, we mopperen op Amsterdam, we overleggen met Amsterdam, we bedonderen (heel soms) Amsterdam – maar nooit, in al die eeuwen, zijn we Amsterdam gewórden.
Waar ligt het hart van de Zaanstreek, langs de Zaan of bij het station? Het gaat in dit debat allang niet meer om cultuur. Het gaat om de grote, glanzende gevels. En reken maar dat die dagelijks gelapt zullen worden, hoe leeg het daarbinnen ook is. En ook de glazenwasser is een zzp’er.
Dit college wil andere inwoners. ROSA wil liever een ander college.