Het licht
U allen hier te zien, het doet me goed.
Dat zo velen de kou willen verdrijven
met de warmte van hun zielen en hun lijven,
met het vuur aan de fakkels en in het bloed.
De kinderen te zien, het doet me goed,
die opgewonden richting toekomst dansen,
die enkel maar de lichtjes zien, de kansen…
Wij lijken jaren jonger in hun gloed.
De ouderen te zien, het doet me goed.
Te weinig soms gemaakt van al die dromen,
te veel gezien, te vaak – en toch weer hier gekomen.
Te is nooit goed, behalve tegemoet.
Gelovigen te zien, het doet me goed.
Atheïsten ook, en links en rechts verzameld.
Nu idealen vaak nog slechts worden gestameld
en luider klinkt de stem van duivelsbroed.
De Zaankanters te zien, het doet me goed.
Dat bonte volk, dat elk zijn weg laat vinden,
zijn molens kruit op wisselende winden
en op zijn mooist zich toont in deze stoet.
U allen hier te zien, het doet me goed.
Alleen een beetje jammer dat het moet.
Hans Kuyper, december 2007