ROSA werkt !
aan groene, eerlijke en creatieve oplossingen voor Zaanstad.
Waar is ROSA mee bezig?
- ROSA en het referendum
Gisteravond, tijdens de raadsvergadering, kwam er een voorlopig einde aan een zeer intensieve periode. Vele, vele uren heeft de raad van Zaanstad besteed aan de toekomst van de Zaanse Schans. Hoe ROSA daarover denkt, hebben we al meerdere malen op deze site en in de media uiteengezet.
Maar nu kwam er een dimensie bij, omdat er een aanvraag voor een referendum lag. Het werd ruim ondersteund en iedereen heeft het recht zo’n aanvraag te doen. ROSA juicht dat in principe ook toe. Maar gisteravond stemden wij tegen, net als nog zeven fracties in de raad.
Onze fractievoorzitter sprak daarbij de volgende verklaring uit:
“Voorzitter, ROSA heeft geworsteld met deze aanvraag voor een referendum. We zijn voorstander van het middel, we hebben actief meegewerkt aan de totstandkoming en verbetering van de referendumverordening.
Maar hier is iets bijzonders aan de hand.
De campagne voor dit verzoek is in korte tijd professioneel opgezet door, en met veel geld van, een kleine groep van voornamelijk ondernemers. Dezelfde ondernemers proberen ook op andere manieren invloed te kopen op de Zaanse Schans. In hun uitingen hebben ze aantoonbaar onwaarheden verspreid en mensen misleid aangaande de inhoud van het raadsvoorstel.
Nergens staat in de referendumverordening dat dat niet mag. Maar het is op z’n minst strijdig met de geest van die verordening. En gelukkig hebben we Artikel 3k, dat de raad het recht toekent een aanvraag af te wijzen om ‘andere zwaarwegende redenen’.
Wij denken dat dit zo’n zwaarwegende reden is, of zou moeten zijn. Een democratisch middel mag niet worden ingezet voor een ondemocratische coup, voor een vijandige overname van ons collectief bezit door een kleine, maar rijke en dus machtige groep. Daartegen zullen we ons verzetten, en dat principe moet nu het zwaarst wegen.
De democratie is niet te koop en we zouden het onszelf nooit vergeven als we nu zouden buigen. ROSA zal tegen de aanvraag voor dit referendum stemmen.”
Nu is het afwachten hoe de aanvragers van het referendum op dit besluit reageren. De kans is aanwezig dat er een rechtszaak van komt. Die zien we met belangstelling én vertrouwen tegemoet.
Lees hier en hier en hier wat we eerder over de Schans schreven.
- Opgroeien in een Kansrijke Omgeving op z’n Zaans
In het voorjaar van 2023 introduceerde ROSA middels een agenda-initiatief de preventieaanpak Opgroeien in een Kansrijke Omgeving, oftewel OKO. Een beproefde aanpak gebaseerd op het IJslandse model. De aanpak, ooit ontwikkeld om het middelengebruik onder jongeren terug te dringen, is in de praktijk uitgegroeid tot iets wat veel meer doet dan dat.
Jongeren voelen zich gezien en gehoord, kunnen hun talenten ontplooien en kansen benutten.Hier kun je teruglezen wat het OKO-model precies inhoudt.
Het idee om deze manier van werken ook toe te passen in Zaanstad werd omarmd door de raad; de motie die we, volgend op het raadsinitiatief indienden, werd vrijwel unaniem aangenomen.Inmiddels zijn we twee jaar verder en is het goed om de stand van zaken op te maken. Achter de schermen is hard gewerkt en dat was nodig. Het idee om met elkaar op een wezenlijk andere manier te gaan werken moest even landen bij organisatie en partners. Maar de verantwoordelijk wethouder, ROSA’s Natasja Groothuismink, zag en ziet de meerwaarde van de aanpak en inmiddels kun je zeggen dat het idee echt geland is.
Op basis van het IJslandse model ligt er nu het Zaans Preventie Model, een aanpak die zich richt op het versterken van beschermende factoren en het terugdringen van risico’s in de leefomgeving van jongeren, met als doel: een veilige, gezonde en kansrijke omgeving voor de jeugd.
En was het in eerste instantie de bedoeling om de aanpak in een klein gebied uit te proberen, inmiddels is besloten om de aanpak Zaanstad-breed in te voeren. En dat kunnen we natuurlijk alleen maar toejuichen: niet alleen een kansrijke omgeving, maar ook gelijke kansen, ongeacht waar je woont in onze gemeente. De regie ligt bij de gemeente, maar het moet gebeuren in de stad. Omdat het voorveld een onmisbare rol speelt als het gaat om preventie, is er in 2024 gestart met netwerkbijeenkomsten met alle partners.
En nu was daar de presentatie van het Zaans Preventie Model, met een bijeenkomst met alle betrokkenen in de Bullekerk. Een ‘uitverkochte’ Bullekerk, meer dan honderd professionals uit het voorveld waren aanwezig om te horen en te zien waarom het belangrijk is dat we het samen anders gaan doen. Wijkteams, jongerenwerk, onderwijs, jeugdteam, opvang, cultuur, sport: alle velden die een rol spelen in de omgeving waarin jongeren opgroeien waren vertegenwoordigd. En de jongeren zelf, leerlingen van het Zaanlands Lyceum, namen plaats aan de tafels voor de gesprekken. Zelfs de presentatie van de hele middag was in handen van twee leerlingen. Kikid, de organisatie die met voorstellingen voor jongeren op basisscholen en het voortgezet onderwijs belangrijke onderwerpen uit hun leefwereld bespreekbaar maakt, speelde een deel uit hun nieuwe voorstelling. Hierin werd op indringende wijze de invloed op jongeren van prestatiedruk en sociale media zichtbaar gemaakt.
De bewezen werking van het IJslands model werd kort toegelicht, waarin benadrukt werd dat de aanpak in de Zaanse variant zich richt op het vergroten van het welbevinden van de jongere. Primaire preventie, dus helemaal aan de voorkant, waarmee de kans op het ontstaan van problemen aanzienlijk verkleind wordt. Je wordt gezien en gehoord. Niet omdat je een hulpvraag hebt, maar omdat je er toe doet.
En dat ‘gehoord’ worden is meteen het startpunt. Het Zaans Preventiemodel start met een enquête op de Zaanse middelbare scholen. De informatie die dit oplevert geeft richting aan wat we gaan doen. In de daarop volgende gesprekken met de mensen die het moeten doen worden concrete acties uitgewerkt.
Het is een start, en zoals al gezegd werd bij de presentatie; het is een kwestie van volhouden. Dit is een aanpak die een lange adem vraagt en dus ook langdurige inzet en betrokkenheid van alle partners en de gemeente als regievoerder van de aanpak. Uiteindelijk gaat het erom dat we kunnen zeggen dat deze manier van werken een vanzelfsprekendheid is geworden.
Het enthousiasme waarmee het model werd ontvangen stemt hoopvol. Het heeft even geduurd voordat ons initiatief op gang kwam, maar in het krachtenveld van gemeente en partners is dit een mooi resultaat. Vrij naar een citaat van Ruud Pauw: “We gaan de stad een stukkie mooier maken,” deze keer voor onze jongeren.
Wordt vervolgd!
Lees hier de raadsinformatiebrief over de vervolgstappen.
- ROSA, de Schans en de ondernemers
Gisteravond, 12 mei, werd de gemeenteraad getrakteerd op een marathonzitting. Maar liefst 29 insprekers hadden zich aangemeld, voor verreweg het grootste deel ondernemers van de Zaanse Schans die zich zorgen maken over de plannen om vanaf volgend jaar entree te gaan heffen. De avond bleek niet lang genoeg, zodat we aanstaande donderdag gewoon verder gaan. Hele families komen inspreken, en dan één voor één. Het deed ons denken aan een filibuster, dat ergerlijke Amerikaanse gebruik waarmee geprobeerd wordt met een eindeloze stroom van woorden het politieke proces te frustreren en vertragen.
Eerder op de avond waren de raadsleden al door het zelfde groepje ondernemers opgewacht bij de ingang van het stadhuis. Het was een kleine, gemoedelijke demonstratie en die sfeer kwam ook mee de raadzaal in. De meeste insprekers waren helder, uiteraard bij vlagen gepassioneerd maar ook zakelijk. Slechts een enkeling uitte zich wat minder beheerst, maar de sfeer bleef over het algemeen goed, al zaten de verschillende partijen ieder aan een eigen kant van de raadzaal op de publieke tribune. Die rust was wel een sterk contrast met de stemming op de Zaanse Schans zelf, waar (zo hoorden we hier en daar in een bijzin) de verhoudingen volledig verziekt zijn en intimidaties en persoonlijke aanvallen aan de orde van de dag. Ook op het stadhuis krijgen we al wat mee van die praktijken, en daar zullen we als raad alert op moeten blijven.
De afspraak is dat raadsleden niet met insprekers in discussie gaan: ze zijn immers gewaardeerde gasten in het stadhuis. Dus stelden wij onze korte, zakelijke vragen – maar zaten ook vaak op onze tong te bijten. Het leek ons daarom, ook in het licht van het aangekondigde referendum, goed om onze tegenwerpingen tegen de urenlange inspraak dan maar op deze manier naar buiten te brengen. Waarbij we ons ervan bewust zijn dat er morgen nog een avond met 12 insprekers volgt, maar we verwachten daar voornamelijk herhaling te zullen horen.
Laten we beginnen te zeggen dat wij natuurlijk bevooroordeeld zijn. Wie ROSA een beetje kent, zal daar niet van opkijken. En we voegen er meteen ook een waarschuwing aan toe: dit wordt een uitzonderlijk lang stuk. Dat was niet te vermijden; in dit ingewikkelde dossier draait alles om evenwicht en daar werken we graag aan mee. En dat we ons daarbij voornamelijk richten op het clubje ondernemers en hun argumenten, komt doordat alle andere belanghebbenden (de erfgoedpartijen, de bewoners én de omwonenden) in overgrote meerderheid willen dat de bezoekersstroom aan de Zaanse Schans wordt gereguleerd door entree te gaan heffen. Dat is ons door de werkbezoeken en inspraak meer dan duidelijk geworden. Het zijn alleen de ondernemers (en dan nog een klein, maar zeer luidruchtig deel van hen) die zich met hand en tand verzetten. Goed, daar willen we dan graag onze visie tegenover stellen.
Riemen vast, daar gaan we!
Op onze mooie, geliefde Zaanse Schans komen heel veel belangen samen. Als je de belangrijkste 10 daarvan op een rijtje moest zetten, zijn dat voor ROSA op plek 1 het erfgoed: de woonbuurt, de molens en de prachtige musea. Daarna volgt de veiligheid, en vervolgens van plek 3 tot en met plek 7 opnieuw het erfgoed, nu inclusief het omringende veenweidelandschap, mooie ambachtslocaties als het wevershuis, de kuiperij en de tingieterij en de geuren van cacao, stijfsel en zo af en toen een vleugje linoleum. Op 8 staan de bewoners op de Schans zelf en meteen daarna op 9 die in de wijken eromheen. We sluiten onze top-10 af met de ondernemers – althans, de kleinere en authentieke. Die paar miljoenenbedrijven staan voor ROSA op 11.
Zo is de Schans immers bedacht, tijdens de laatste oorlogswinter in het luchthuis van de familie Duyvis: als erfgoeddorp. Vanaf het begin moest het een ‘reservaat’ zijn: een afgeschermd, veilig gebied voor de Zaanse houtbouw die elders langs de Zaan werd bedreigd door de geest van modernisering. Een kleinschalige woon-werkbuurt ook, zoals de Schans voor het grootste gedeelte gelukkig nog is. Pas in de jaren zeventig, nadat het toenmalige bestuur het Amerikaanse erfgoeddorp Colonial Williamsburg had bezocht, is de grote commercie binnengehaald. Dat was, zo hebben we gemerkt, een gruwelijke vergissing. Alle ruzie en verrommeling van nu zijn daarop terug te voeren.
Want dat die grote ondernemers nu niet willen dat er toegang gaat worden geheven, is in beginsel natuurlijk begrijpelijk. Dat ze daartoe alle mogelijke middelen inzetten, tot en met het kapen van twee hele vergaderavonden van de gemeenteraad aan toe door urenlang hetzelfde verhaal te komen vertellen, is hun democratisch recht. Veel nieuwe vrienden in de raad zullen ze er niet mee maken, maar dat is hun eigen keuze.
Ronduit onverteerbaar is het echter dat deze ondernemers nu, vermomd als ‘verontruste Zaankanters’, een referendum proberen af te dwingen met valse argumenten waarmee ze inspelen op de onderbuik. Ook daarom dit lange, lange stuk, in de hoop dat het gezonde verstand zal zegevieren – al was het maar om de ondernemers van de Schans niet langer te laten teren op de zakken van de Zaankanters. Want daar hebben ze géén recht op.
En waar ze ook geen recht op hebben, is het prachtige décor van de Zaanse Schans waarmee ze hun miljoenen klanten lokken, maar waar ze geen cent aan bijdragen. In hun alternatieve plannen van vorige week stellen ze dat ze dat best willen: ze zouden, naar het voorbeeld van Zaandam Centrum, een BIZ willen opzetten, een systeem waarin alle ondernemers in een gebied via een opslag op de gemeentebelasting een soort potje voor leuke dingen vullen. Dat klinkt sympathiek, totdat je bedenkt dat de BIZ in Zaandam, met bijna 300 deelnemers, 192.562 euro opbrengt. Omgerekend zou de Schans, met 18 deelnemers, dan net de 12.000 euro niet halen.
Voor dat enorme bedrag moet dan wel de hele Schans vrij toegankelijk blijven. Dat is een kernwaarde, een harde eis en daar valt niet mee te marchanderen – of nee, vooruit, de dijk met molens mag dan wél achter een hek. Daar woont toch niemand (hoewel wij mensen kennen die daar anders over denken). Dat dat niets doet tegen de drukte op de smalle straatjes van de Schans of voor het verbeteren van de verkeersveiligheid vergeten deze ondernemers maar. Of ze praten eromheen. En bovendien, zo suggereerden ze gisteravond nog maar eens een keer, als het te druk wordt, maak je die straatjes en bruggetjes toch gewoon twee keer zo breed? Tot zover hun liefde voor het Zaanse erfgoed.
Het volgende plan dat het groepje ondernemers maar blijft noemen, is het verplaatsen van het Zaans Museum. Alsof het aankopen en geschikt maken van een monumentaal pand op het Hembrugterrein goedkoper is dan een renovatie van het bestaande pand, dat al eigendom is van de Zaanse Schans. Alsof zo’n verhuizing een oplossing zou zijn voor de te grote toeristenstroom. Alsof de geïnteresseerde cultuurtoerist, die we hopen te verleiden door paal en perk te stellen aan het flitstoerisme, geen behoefte heeft aan duiding van de unieke plek waar hij zich bevindt. Voor ROSA zijn de erfgoedpartijen een mooi gebalanceerd ensemble dat je niet straffeloos uit elkaar kunt trekken – al vinden wij een éxtra Zaans Museum in het centrum van Zaandam nog steeds geen gek idee. Dat zit er echter voorlopig niet in. Maar wie weet wat entreeheffing op de Zaanse Schans nog allemaal voor mooie dingen voor de Zaankanters mogelijk zal maken.
Als het Zaans Museum op zijn huidige plek gesloopt zou worden, is de stelling, zou er meteen ook meer plek komen voor auto’s. Erfgoed slopen voor blikstalling – niet echt een idee waar ROSA warm voor loopt. Bovendien willen we juist dat er minder toeristen met stinkende touringcars en auto’s komen. Het openbaar vervoer en de fiets zijn mooiere, meer ontspannen en veel duurzamere manieren om de Zaan te bezoeken. Auto’s gaan we dus zeker niet extra faciliteren – waarmee de belangrijkste inkomstenbron die de Zaanse Schans nu heeft ook zal afnemen. Nog een goede reden om entree te gaan heffen.
Wij hebben de stellige indruk dat de ondernemers maar blijven hameren op de kosten voor het Zaans Museum in een poging de erfgoedpartijen weer uit elkaar te spelen, zodat de impasse van een paar jaar geleden terugkeert en ze rustig achterover kunnen leunen. Niet iets wat een echte ondernemer doet, of zegt te willen doen: rustig achterover leunen. Zaankanters zijn wereldkampioen aanpassen, dat moet ook wel als je in een winderig veenmoeras onder zeeniveau woont. Waarom zetten deze ondernemers niet enthousiast hun tanden in een nieuwe, duurzame toekomst? Waarom spreekt niemand van hen over kansen, maar alleen maar over bedreigingen? Ze hebben zelfs, zo hoorden we gisteravond, nog geen enkel plan voor de beoogde nieuwe situatie uitgewerkt.
Zou het werkelijk zo zijn dat er op een Schans waarvoor je moet betalen, niets meer te verdienen valt? Voorbeelden van andere attracties laten een ander beeld zien. De op de Efteling, waar de entree € 53 is, geven bezoekers als ze eenmaal binnen zijn gemiddeld nog eens ruim €12 uit aan eten en drinken. In Arnhem trok het Openluchtmuseum in 2024 585.000 bezoekers, die maximaal € 24 entree betaalden. Dat leverde € 6,3 miljoen op – maar uit de horeca en winkels werd € 7,6 miljoen gegenereerd. In Kinderdijk betaal je voor twee molens, een gemaal en een rondvaart €19,50. Het leverde in 2024 ruim € 5 miljoen aan entreegelden op. Aan souvenirs en horeca gaven de bezoekers daar vervolgens ruim € 2 miljoen extra uit. En dichter bij huis: het Zaans Museum inde in 2023 aan entree € 801.611, waarna die bezoekers in de winkel en het (bescheiden) restaurant nog eens € 491.445 uitgaven.
Allemaal cijfers die we tijdens de inspraak niet konden noemen – we geven ze hier maar even mee. En er zijn natuurlijk nog vele voorbeelden te vinden, wereldwijd. Van het al genoemde Colonial Williamsburg naar het Beamish Museum in Noord-Engeland tot Skansen in Stockholm – ’s werelds oudste openluchtmuseum waar onze eigen Schans natuurlijk óók een beetje naar genoemd is. Zouden de ondernemers van de Zaanse Schans dus allemaal failliet gaan, als we een alleszins redelijke € 17,50 vragen aan de toeristen? Het lijkt ons sterk, maar zeker weten kunnen we het ook niet. Want terwijl wij als gemeente alles tot vier cijfers achter de komma moeten uitrekenen, ook als het nog maar gaat om een perspectief, krijgen we van de ondernemers geen enkel inzicht in hun bedrijfsvoering. Vragen over het ideale aantal bezoekers worden ontweken of botweg niet beantwoord, ook gisteravond weer niet. Terwijl we weten dat bijvoorbeeld de Klompenmakerij sinds de start in 1974 geweldig heeft gedraaid, ook in jaren dat er nauwelijks 500.000 bezoekers kwamen (rond 1980). In 1983 bouwden ze een prachtige replica van een Westzaanse schuur, die nog eens met een derde werd vergroot in 1999 – toen er nog lang geen miljoen bezoekers per jaar werden geteld. In 2016 pas werd voor het eerst de 1,8 miljoen gehaald, dat is nu negen jaar geleden. In de 42 eerste jaren van zijn bestaan heeft de Klompenmakerij gefloreerd op minder dan dat aantal toeristen. En nu zou dat aantal het ‘einde van het ambacht’ betekenen?
Een ander argument is de vermeende aanslag op het erfgoed, vooral de molens, als straks 1,8 miljoen bezoekers allemaal naar binnen willen, omdat ze dan immers voor dat recht hebben betaald. Nu komen er zo’n 200.000 per jaar en dat is al druk, dus het gaat gewoonweg niet passen, wordt er beweerd. Sympathiek dat men zich daarover zorgen maakt – maar het is niet nodig. De Zaanse Schans is een gebied van 8 hectare groot, verreweg de meeste bezoekers bevinden zich op elk gegeven moment ergens buiten. Dat zie je nu ook al; gratis toegankelijke attracties als het bakkerijmuseum of het winkeltje van Albert Heijn puilen niet uit, ook niet als de stroom toeristen op de smalle paadjes stokt. Daarnaast zijn er natuurlijk, via tijdslots en dergelijke, manieren om de drukte te reguleren. Wij als ROSA hebben daar geen verstand van en dat hoeft ook niet, er zijn genoeg mensen die dat in goede banen kunnen leiden. Bijvoorbeeld in Amsterdam, waar het Anne Frank Huis erin slaagt jaarlijks 1,2 miljoen mensen achter een weggedraaide boekenkast over een smalle trap door een benauwd achterhuis te leiden – een ervaring die door de bezoekers desondanks nog steeds als intiem en indrukwekkend wordt ervaren. En dat al jaren zónder wachtrijen.
Dan hoor je veel kritiek op de beoogde ingangsdatum, april volgend jaar. Die is inderdaad uiterst ambitieus, maar het is niet verkeerd om de lat hoog te leggen. De nood is immers minstens zo hoog, en we zijn blij dat het college en de betrokken partijen de grootste prioriteit aan de uitvoering van deze plannen willen geven. Natuurlijk zijn er veel omstandigheden denkbaar waardoor deze datum niet gehaald zou kunnen worden, en we weten ook al dat er van verschillende kanten van alles aan gedaan zal worden om het proces te vertragen, maar er is niets mis met het uitspreken van een moedige ambitie. Dat geeft nog maar eens de urgentie aan, en die voelt ROSA net zo sterk als het college en de meeste partijen op de Schans.
En kan het allemaal eigenlijk wel, juridisch gezien? Daar lijkt het wel op. Het onttrekken aan de openbaarheid is nog wel de simpelste van alle maatregelen om te treffen. Daar hoeft volgens de jurisprudentie niet eens een ‘dringende reden’ voor te zijn, zolang de raad het besluit maar voldoende gemotiveerd neemt. Gezien de drukte op de weggetjes van de Schans en het gevaar dat dat oplevert, alsmede de grote schade aan kostbaar, onvervangbaar erfgoed, lijkt die motivering geen probleem op te zullen leveren. Gratis toegang voor Zaankanters wordt misschien nog een (vooral technisch) dingetje, net zoals het toegang reguleren zonder fysieke hekwerken, een terechte eis van de bewoners. Maar daar is ongetwijfeld een mouw aan te passen; misschien wel via de Zaanse Pas, die iedereen voor maar 25 euro kan aanschaffen en die voor Zaankanters met minder geld zelfs helemaal gratis is. Voor de meeste Zaanse bezoekers van de Schans is dat waarschijnlijk niet eens nodig, want de echte erfgoedliefhebber die het zich kan veroorloven is natuurlijk allang lid van de Zaansche Molen, voor € 33,50 per jaar, dus die is na twee bezoekjes aan de Schans al spekkoper. Wie nog iets meer te besteden heeft, kan eventueel kiezen voor de Museumjaarkaart. Sowieso een goed idee. Dat lijkt ons allemaal niet zo ingewikkeld. We hebben een jaar om het netjes te regelen allemaal.
Voor toeristen die niet alle attracties willen bezoeken wordt een dagje Zaanse Schans inderdaad duurder, maar marktonderzoekers hebben al aangetoond dat die daar niet zo mee zitten. Alleen de Nederlanders mopperen een beetje, maar dat doen ze altijd en ze maken sowieso maar 10 procent van de bezoekersstroom uit. Betalen voor erfgoed is niet raar, dat gebeurt overal ter wereld. Ook in bewoonde dorpen zoals het prachtige Clovelly in Cornwall en sinds kort in Venetië. Wie de kranten een beetje volgt, weet dat overbelaste plaatsen als Giethoorn en Orvelte ook die kant op zullen bewegen – en dat er daar net zo stevig over gediscussieerd wordt. Het is zoals dagblad Trouw schreef, op 11 mei in het commentaar van de hoofdredactie: ‘Zaanstad doet een moedige poging de balans te herstellen, een goed voorbeeld dat mag doen volgen.’
Maar helemaal nieuw is het idee ook weer niet. Al in 1990 zei Ron Sman (een gezaghebbend erfgoedveteraan die ook kwam inspreken gisteravond) als voorzitter van de commissie die het rapport Spijkers met koppen schreef:
‘Wij hebben nu gezegd dat het meest essentiële is dat op een wat idyllische manier de identiteit van de Zaanstreek vóór het stoomtijdperk zichtbaar moet worden gemaakt. Dat moet gekoesterd worden, maar ook versterkt en uitgebreid ten behoeve van de Zaankanters. En dan kunnen we twee vliegen in één klap slaan, want de Schans trekt ook toeristen. Dan is het toch een logische gedachte om te zeggen: als je meer voor de Zaankanters wilt doen, dan kunnen de toeristen daar de voornaamste bijdrage aan leveren.’
Let wel, dat is een tekst van 35 jaar geleden. En zelfs toen bestond het idee al langer. In de allereerste begroting voor de Zaanse Schans, die architect Jaap Schipper in 1958 opstelde, staat immers al een stelpost ‘entreegelden’.
Kortom, het is de hoogste tijd en er is er is veel te doen in het komende jaar. Voor ROSA staat buiten kijf dat het moet gebeuren. Zonder uitstel of vertraging, want we zijn eigenlijk al 50 jaar te laat. Zoals al veel anderen hebben betoogd, is het raar en niet meer uit te leggen dat de inwoners van Zaanstad miljoenen moeten betalen aan het erfgoed waar toeristen gratis van genieten. En waar een handjevol miljoenenbedrijven, zowel op de Schans als ver daarbuiten, de winst van opstrijkt.
Wie betoogt dat de Zaanse Schans van alle Zaankanters moet zijn, heeft natuurlijk groot gelijk. Alles wat daar staat, is door Zaankanters bedacht, verzameld, opgebouwd en (voor zover er de middelen voor waren) liefdevol onderhouden. Maar op dit moment is de Schans in handen van de snuisterijenverkopers en de touroperators. En als die om het hardst roepen dat de Zaanse Schans zo moet blijven als Jaap Schipper en zijn kompanen hem bedachten, ruim zestig jaar geleden, moeten we dat met een enorme korrel zout nemen. Want dat zou betekenen dat we alles van ná 1972 moeten afbreken. In dat jaar immers opende Koningin Juliana het bakkerijmuseum In De Gecroonde Duyvekater en de stijlkamer in het Noorderhuis, en dat was voor voor velen het moment dat de Schans ‘af’ was. De grootschalige commercie die daarna kwam, hoorde nooit tot de droom van de oprichters.
Dus een echte terugkeer naar de Zaanse Schans zoals die ooit bedoeld was? Wij denken niet dat de ondernemers dat voor ogen hebben. Wat ze dan wél voor ogen hebben – daar praten ze met een schier eindeloze stroom woorden omheen, maar het laat zich vrij eenvoudig raden.
- ROSA en de oorlog
We leven in afgrijselijke tijden. Op bijna alle continenten zaaien moorddadige regimes dood en verderf, het machtigste land ter wereld wordt geregeerd door een graaiende psychopaat en in ons eigen Den Haag kraait harteloos extreemrechts victorie, waarbij het maar een kleine troost is dat ze niet de capaciteiten hebben om hun allerkwaadaardigste plannen uit te voeren.
Vaak wordt deze periode vergeleken met de jaren dertig van de vorige eeuw, maar eerlijk gezegd lijken we er nog wel slechter voor te staan. Er zijn nu immers geen geallieerden om het kwaad te bevechten; de belangrijkste geallieerden van toen zijn zelf het kwaad geworden. En van een Europese Unie waarin het neoliberalisme maar doorwoekert, waar geld nog altijd boven waarden gaat, valt voorlopig niet veel te verwachten.
Wat moeten we dan met 4 en 5 mei? Wat valt er nog te vieren of te herdenken? Wat bedoelen we met ‘Nooit meer Auschwitz’ als racisten kransen mogen leggen op de Dam? Waarom terugkijken op misdaden uit het verleden als we dagelijks met onzegbare verschrikkingen om de oren geslagen worden? Zouden we eigenlijk niet onze wanhoop en woede eruit moeten schreeuwen, op 4 mei om acht uur?
De verleiding is groot, de argumenten zijn valide en het zou zeker indruk maken. En toch zal ROSA het niet doen. We zullen aanwezig zijn bij diverse herdenkingen in Zaanstad en daar ook mede namens de gemeenteraad kransen leggen. En om acht uur zijn we twee minuten stil.
Aandacht vragen voor de pijn van nu kan wat ons betreft niet door de pijn van vroeger te ontkennen. Voor veel mensen, ook in onze gemeente, is die pijn van vroeger nog altijd actueel. Juist door daarbij stil te staan, door ons te realiseren wat onrecht, onderdrukking en geweld voor verwoesting aanrichten, ook in latere generaties, kunnen we de kracht vinden om in onze tijd op te staan, nee te zeggen, te proberen onze medemens van ver en dichtbij bescherming te bieden.
We laten de Putins, Trumps en Netanyahu’s van deze trieste wereld onze herdenking niet afpakken. En de Bosma’s en Fabers ook niet. Vanavond eren we allen die voor onze vrijheid gestorven zijn, als slachtoffers van onmenselijkheid. Hun verhalen zijn ons tot voorbeeld en motiveren ons om stelling te nemen in de wereld van vandaag.
Wat ROSA betreft zijn de twee minuten stilte van 4 mei een stilte voor de storm.
Fractievoorzitter ROSA
Lees verder → - Dag van de Arbeid viering met gelijkgezinden
We hadden een leuk zaaltje vol, op deze warme 1-mei avond.
Zaankanters van de SP, de PvdA, GL en ROSA kwamen eensgezind bij elkaar om de Dag van de Arbeid te vieren.De avond werd enthousiast gepresenteerd door onze Hans Kuyper, die ook een interessante pubquiz had gemaakt. Met als mooie afsluiter De Internationale in elf talen. Zo weten we nu ook weer hoe dat in het Swahili klinkt.
De vier partijen hadden een speech voorbereid. Ze waren allemaal anders, maar kwamen stuk voor stuk uit het hart. Onze Mariska Schuttevaer sprak namens ROSA onderstaande woorden uit:
“We leven in rare tijden. Zo begon onze 1-april grap onlangs. Maar dat deel van de grap berust helaas op waarheid.
Deze dag, die lang geleden begon als dag om te demonstreren voor een kortere werkdag en betere arbeidsvoorwaarden, is tegenwoordig een dag waarop het socialisme gevierd wordt. Deze dag heeft altijd meer gestaan voor wat we vroeger lager geschoolde arbeidskrachten noemden, dan voor mensen die in de hoogste belastingcategorie vallen.
Tegenwoordig noemen we het verschil tussen lager en hoger opgeleid liever praktisch en theoretisch geschoold. Want er is niets laags aan met je handen werken.Nu kun je dáár wel degelijk goed mee verdienen. Mijn vader was timmerman en wij hadden het, zoals je noemt “niet slecht.” Wat wel weer tot gevolg had dat mijn vader, hoe lief ook, een enorme VVD-er was. Want aan belasting betalen had hij een hekel. Dit leidde tot heel wat discussies aan de eettafel tussen hem en mij. Ik was immers een socialist in de dop.
In verkiezingstijd hing ik een poster van Joop den Uyl achter het raam, die hij demonstratief verscheurde als hij thuiskwam uit z’n werk. Dan ontsierde Wiegel weer een avondje ons straatbeeld. Tot de volgende morgen, want hij begon altijd veel vroeger dan ik naar school moest. Voldoende tijd voor mij om de posters weer om te ruilen.
Toen in het verleden de 8-urige werkdag was doorgevoerd, en de arbeidsomstandigheden sterk waren verbeterd, ging socialisme meer en meer betekenen dat je eerlijk deelt. Dat er plek is voor iedereen, dat er oog is voor de zwaksten en meest kwetsbaren. Socialisme is daarmee eigenlijk terug naar de oorspong van het woord, ‘socius’ is Latijn voor bondgenoot – een vriend voor wie je op de bres wilt staan. We moeten het samen doen. We zijn niet zozeer ergens tegen, maar we zijn er voor elkaar.
Onze mooie democratie geeft ons het recht om te stemmen op de partij van onze voorkeur. Hierbij maken we keuzes. Willen we minder belasting betalen, of vinden we het belangrijker dat oma een beetje goed verzorgd wordt in het verpleeghuis? Moet het milieu gered, of willen we meer banen en meer woningen? Mensen hebben altijd zo hun eigen afwegingen gemaakt voordat ze naar de stembus gingen. Alleen, vóór de opkomst van sociale media waren dat doorgaans wel keuzes op basis van redelijk betrouwbare informatie. Ik zeg ‘redelijk’ want desinformatie is heus niets nieuws.
Maar tegenwoordig zien we dat de basis van politieke beweegredenen te vaak is gelegen in makkelijke populistische slogans en valse informatie. Mensen laten zich zand in de ogen strooien door romantische plaatjes van koeien in de wei en de angst dat we straks zonder voedsel zitten. En onder zowel rechts als links georiënteerde Nederlanders is een steeds grotere groep ontstaan die vindt dat wij onze grenzen dicht moeten houden voor mensen die vluchten voor oorlog of vervolging, vanwege hun politieke of religieuze overtuigingen, of vanwege hun seksuele geaardheid. Mensen geloven echt dat deze relatief kleine groep verantwoordelijk is voor de woningnood en de criminaliteit. Ze geloven echt dat die ene door de pesticiden- en veevoerproducenten groot geworden partijgewoon door mag gaan met de afbraak en vervuiling van onze natuur en ons water, en dat het boerenbedrijf zo onschuldig is.
En de vastgoedmagnaten, die je ook crimineel zou kunnen noemen, en die verantwoordelijk zijn voor de ellende op de woningmarkt, worden niet gezien.ROSA is een lokale partij. Dat betekent niet dat we de ogen sluiten voor wat er buiten de gemeentegrenzen gebeurt, integendeel, maar het zorgt wel dat onze doelen en ambities zich eerst en vooral op de Zaanstreek richten. Daarbij hebben we oog voor wat de Zaanstreek uniek maakt: het oude landschap, het veen en de gezagsgetrouwe anarchisten die dat landschap bewonen. Zaans, groen en sociaal, niet voor niets onze leus.
Die drie speerpunten botsten vaak – bijna voortdurend. En dan moeten we een afweging maken. Gaan we voor groen, voor sociaal, voor Zaans? Kan het alledrie?Een recent voorbeeld is de herontwikkeling van de Peperstraat. Zaans doen zou betekenen dat je dat stukje jaren zestig laat staan, ter herinnering aan de tijd dat alles nog kon. Maar het zou juist weer sociaal zijn om er veel nieuwe, betaalbare woningen te bouwen. En groen wil zeggen dat je natuurlijk niet sloopt – maar als je wel sloopt, kun je die plak asfalt vervangen door een fijn parkje.
Dit dilemma heeft ROSA voor zichzelf getracht op te lossen door in te stemmen met een deel sloop en nieuwbouw, met straks meer betaalbare woningen en meer groen, maar behoud van de iconische Beatrixtoren. Dat blijft onze inzet. De kans is klein dat het lukt, maar zolang die parel er nog staat, blijft er hoop. En er blijft altijd iets knagen – dat ook.
Windmolens zouden ook van iedereen moeten zijn. ‘Alle Zaankanters molenaar!’
Niet alleen het grote geld zou moeten kunnen leven van de wind, maar ook kleine beleggers zouden moeten kunnen investeren in hun eigen energievoorziening. Desnoods met een tientje. Dat verhoogt het draagvlak. En het is wel zo sociaal. Iedereen telt mee, ook mensen met een kleine beurs.De vraag is hoe we die sociale waarden weer terug krijgen bij de arbeiders. Dat mensen weer keuzes maken op basis van onderbouwde informatie. Dat immigratie en valse overwegingen niet meer de hoofdmoot vormen, maar omkijken naar elkaar, naar de natuur en streven naar klimaatoplossingen.
Volgens mij kan iedereen de wereld veranderen. Want iedereen kan meningen veranderen, en als je meningen verandert, verander je stemgedrag.
Dat kan bijvoorbeeld door een snelweg te barricaderen, door je aan te sluiten bij een actiegroep of door zelf politiek actief te worden. Maar als je in je vriendenkring en op verjaardagen een beetje goed beslagen ten ijs komt, met feitenkennis over immigratiecijfers, over de enorme verslechtering van de vogelstand en het insectenleven. Als je iets weet over CO2-uitstoot en de opwarming van de aarde met alle gevolgen van dien. Als je bijhoudt wat de partijen die nu aan de macht zijn daadwerkelijk voor de gewone mensen doen, en vooral wat ze niet doen. Als je ze eraan herinnert hoe onze gezondheidszorg is achteruitgegaan, en dat we geen bibliotheken, musea en buurthuizen overhouden als we zo doorgaan.
Dan verander je wellicht al iemands kijk op ons landsbestuur. En deze persoon kan dat dan weer doorvertellen.Want alles van waarde mag dan weerloos zijn.
Wij zijn dat zeker niet.”